woensdag 28 november 2018

Winter...

Het is winter. Ik kan er niet aan ontkomen of er iets aan veranderen. Nee, het ìs nog geen winter, maar zo voelt het! Inmiddels zijn we in de acceptatiefase beland en bereiden we ons mentaal voor op het ergste. Met opmerkingen als: ’Koud hè, en dan vriest het nog niet eens!’ houden we de moed erin. We proberen meer vaart achter onze plannen te zetten want nee, echte ‘wintermensen’ zijn we niet...

En ja, dat zien we ook aan de kindjes. Het begint al ‘s morgens vroeg (en bij ons is vroeg ook echt vroeg, zie vorige blog😉).
‘Levi, doe je pantoffels aan’. ‘Nee’. Na wat gepolder met m’n jongste eindigen we zoals gebruikelijk (n)ergens in het midden. Voor nu betekent dat dan maar 1 pantoffel en 1 blote voet. Tja, hij heeft iets met die linkerschoen. Hoe vaak ik al niet terug ben gelopen wanneer we buiten zijn om die linkerschoen weer op te zoeken... dan ligt’ie in een kledingwinkel ineens in een bak met onderbroeken, of ergens midden op straat. Enfin... rechter pantoffel aan, links uit. Eerste hobbel deze ochtend weer genomen.

Hoog tijd voor uitdaging 2. ‘Joël, doe je pantoffels aan, die nieuwe ja!’ ‘Nee, ik wil m’n spiderman slippers!’ ‘Die heb ik al opgeruimd, die dragen we buiten als het zonnetje schijnt!’ ‘Nououou! Ik wil spiderman slippers!’  Gedoe. Afleiden. ‘Ik ga een boterham met pindakaas maken, kom je helpen?’ ‘Ik wil spiderman slippers. ‘Wil je er een mandarijn bij?’ Dapper hou ik voet bij stuk, al voel ik dat ik deze discussie weer glansrijk ga verliezen. ‘Ik wil spiderman slippers!’ De volumeknop staat inmiddels wijd open en ik snauw iets over buren die nog liggen te slapen. Ok. Ik duik onderin de kast, hap liefdevol wat stof en haal een paar oude, inmiddels te kleine spiderman slippers tevoorschijn. Apetrots paradeert zoonlief ermee door de kamer. Straks mag je elke dag slippers dragen jongen! Laten we die stomme pantoffels allemaal hier!

Het is me zo goed en zo kwaad gelukt tussen de bedrijven door een ontbijt op tafel te zetten. Na het eten is het speel- en tandenpoets tijd. Levi ruikt de vrijheid en schiet richting autodoos. Hij raakt hierbij de verwarming met z’n hand en er komt een theatraal gekerm. Au! ‘Ja Levi, nu is de verwarming warm, pas maar op hoor,’ zeg ik. Geen probleem. Wat heet is blazen we koel. Vanaf vandaag staat zoonlief dapper naar de verwarming te blazen. 

Zo, tanden gepoetst, gezichtjes gewassen, kleren aan, op naar buiten. De hond loopt zenuwachtig rondjes heen- en weer. Door alle hectiek van de ochtend is haar blaas enigszins op de proef gesteld en ik voel de druk om nu echt op te schieten. Ben niet van plan om te gaan dweilen namelijk. 
‘Kom jongens, schiet op, Jacky moet uit!’ 
Ok, gelukkig geen tegenstand dit keer! ‘Mama, ik wil m’n handschoenen aan, het is koud buiten’. ‘Welnee joh, niet nodig, je bent een stoere jongen’, probeer ik.
‘Nee, ik ben geen stoere jongen, ik ben gewoon maar Joël’, slaat hij de spijker op z’n kop. Ondertussen zoek ik met m’n jas al aan verwoed naar handschoenen. Het zweet breekt me uit met al dat stof van mutsen, kleren, sjaals en wintergerei om me heen. Gelukkig, het is me gelukt om twee (dezelfde!) handschoenen te vinden en na een poging of drie, waarbij duim en wijsvinger steeds klem zitten, kunnen we vertrekken.
O, wat verlang ik vurig naar het simpele geluk van soepel weg gaan met alleen een korte broek, slippers en shirtje. Echt, ik ga zeeën van tijd over houden!

Omdat het winter is en de plaatjes van stamppot er zo gezellig uit zien, besluit ik me uit te sloven en maak een flinke pan boerenkool. Sinds de jongens mee eten worden onze portie flink groter. Met een enorme pan kom ik glunderend uit de keuken, alleen al trots omdat ik überhaupt al een keer gekookt heb! 
De teleurstelling is dan ook groot als blijkt dat alleen manlief m’n kookkunst kan waarderen. Toch lief van hem...Met lange tanden eten de jongens wat aardappels en vullen zich uiteindelijk met veel te veel vlees.
Een paar dagen later herhaal ik de hele exercitie nog een keer. Nu met hutspot. Zelfde. Geen succes. Wanneer ik dan maar een bordje witte rijst neerzet vallen ze aan en eten als dijkers. Kennelijk is witte rijst nog beter dan een bordje hutspot van mama. Natuurlijk heb ik mijn excuus om niet te hoeven koken wel weer gevonden, maar toch... 


Inmiddels zit de zomerkleding alvast veilig in de koffer. Ziezo. Kast leeg, koffer vol. We gaan de goeie kant op! 


woensdag 21 november 2018

Sinterklaas en ‘hoe het hoort...’

Zoals ik al eerder een keer schreef leren mijn kinderen me van alles over, voor mij vanzelfsprekende, zaken. Hun blik is verrassend en verruimend. Het leert me meer en meer los te laten ‘hoe het hoort’. Het leert me door de mooie plaatjes op social media heen te prikken en stil te staan bij wat echt belangrijk is.

Hij is er weer! De goeie ouwe man met mijter en baard. Het zal je niet ontgaan zijn. Omdat papa en mama allebei flink verkouden zijn hebben we echt geen zin om buiten in de kou te gaan staan om hem te verwelkomen. Op tv zien we dat er volk genoeg op de been is, dus we worden niet gemist. Gelukkig!
Natuurlijk ben ik enthousiast. In aanloop naar het evenement heb ik twee zwarte pieten mutsen gekocht, want dat is leuk en hoort zo. Ik heb ze speciaal bewaard en denk dat ik mijn mannen wel blij maak met het petje. Maar helaas, niets is minder waar. Peuterzoon kijkt niet naar petje, noch naar tv en vind zijn tractor vele malen interessanter. Dreumes doet nog een dappere poging. Snel zet ik hem het mutsje op, maak een grap en schiet een foto met m’n telefoon. Gelukt! Perfect plaatje! De werkelijkheid is dat dreumes de muts aftrekt zodra hij door heeft dat hij hem op heeft en zijn eigen hoofddeksel pakt. Hij loopt de laatste tijd liever met een plastic opruimbox op zijn hoofd... Ik geef hem groot gelijk! Lak aan hoe het hoort en doe lekker je eigen ding! Hou dat vast jongen!

Sinds dit jaar heb ik sowieso een haat-liefde verhouding met Sinterklaas en alles wat erbij hoort. Ik vond dat Joël wel groot genoeg is om een en ander te begrijpen, maar zodra ik het verhaal uit probeer te leggen gaat het mis. Want sinterklaas moet NU komen en een houten speeltrein mee nemen. Gehuil en gedrein alom. Het begrip ‘schoorsteen’ zegt hem helemaal niks en het enige wat verder telt zijn al die bergen kado’s die ik in gedachten alweer mee loop te slepen naar Thailand. Gedoe. Hij hoort zijn schoen te zetten, ik weet het, maar de spanning van nog meer kado’s maakt niet dat ik een leuker vrolijker jongetje krijg. Hij is net jarig geweest en overladen met fantastische kado’s. Ik heb een ‘genoeg’ grens bereikt. Schoen zetten doen we wel een paar dagen van tevoren, mocht het me nog lukken het verhaal van sinterklaas uit te leggen...
Tot nu toe is het simpel. Alle kadootjes die vorig jaar ik de zak zaten had hij allemaal van opa gekregen, niks met Sinterklaas te maken! Misschien hou ik het maar zo... O nee, dat hoort niet...

Het is koud. Ik weet dat peuterlief nodig wat beweging behoeft en besluit maar met hem naar de speeltuin te gaan. Brrrr. Koud! Veel verder gaat m’n communicatie niet. Het lijkt of de koude wind mijn brein bevriest en ik marcheer met peuter op zijn fietsje direct door naar de speeltuin. 
Zodra we er zijn gaat peuter los. Rennen, gillen, uitrazen. Mooi. Missie geslaagd. Met een voldaan gevoel pak ik m’n telefoon, nog steeds diep weggedoken in m’n jas. En daar gaan we weer... Facebook, mmm, niks interessants, instagram, leuke plaatjes van perfecte levens.... Even m’n mail checken, reclame...
Bah! Ik wordt chagerijnig merk ik. ‘Joël, kom, we gaan treinen kijken op het station’, zeg ik. Ik bedoel eigenlijk: ‘Mama heeft een kop koffie nodig, ik vind het hier saai’. Zoals verwacht is zijn korte heldere antwoord ‘nee’ en ik besluit maar geen strijd aan te gaan. Ok. Wachten is mijn lot. 
Ineens krijg ik een helder moment. Ik ontwaak als het ware uit mijn eigen ‘ik- bubbel’. Ik zie de heldere lucht, de vogels en een blije, gezonde, spelende peuter en tel mijn zegeningen. Ik stop mijn centjes voor koffie diep ik mijn zak, net als mijn telefoon. Weg ermee! Ik ga naar peuterzoon en transformeer mezelf in een knuffelspook. We rennen achter elkaar aan, hebben dikke pret, we spelen verstoppertje, we zijn een trein met z’n tweetjes en dan gaat mama de glijbaan af. Achter m’n zoon aan. Dat was de bedoeling tenminste. Keihard stoot ik mijn hoofd tegen het veel te kleine poortje. Als ik mezelf door de uitgang heen gewurmd heb, wordt pijnlijk duidelijk dat deze glijbaan niet voor mama’s is bedoeld. Ik zit nogal klem zeg maar. Heup (of winterjas) teveel. Met een tergend langzaam tempo daal ik 180 cm naar beneden, me bewust wordend van de vertoning. Ik kijk om me heen, maar gelukkig, niemand te zien. Mama’s van de (ieniemienie) glijbaan, dat hoort niet. Ik hoor het mezelf ook tegen mijn zoon zeggen. Het deert hem niet. En ik besluit ‘het hoort niet’ van me af te gooien en nog een keer deze hindernis te nemen. Opnieuw stoot ik theatraal mijn hoofd (dit keer heb ik er wel controle over;) tot grote hilariteit van zoonlief. Iets geks in mij schaamt zich nog steeds voor al dat gespeel, maar iets groters in mij geniet zich bijna te barsten. Opnieuw neem ik het besluit maling te hebben aan ‘hoe het hoort’. Ik wordt er zo langzamerhand allergisch voor...

Ik hoor een houten paneel van een of andere budgetwinkel voor mijn raam te zetten, een sierlijk ornament of ten minste twee bij elkaar passende bloempotten. Helaas. Op mijn vensterbank prijkt een brandweerwagen omdat de  vensterbank nou eenmaal snelweg is.

Ik hoor om 07:00 te ontbijten! 10:00 koffie te drinken, 12:00 te lunchen enz. Je kent het schema wel. Kan ik er wat aan doen dat mijn peuterzoon om 09:00 om een bord bami vraagt en super de super de super blij is met zijn bami? ‘Joël vin bami lekker mama!’ Hij blijft het maar eindeloos herhalen. Had ik dan ‘nee’ moeten zeggen omdat het niet hoort om 09:00 en mijn eigen hoofd op ‘koffie-stand’ staat?


Ach, tussen de bedrijven door probeer ik heus wel wat structuur, regelmaat en zelfs reinheid te regelen hoor. Maar boven alles proberen we te kijken naar wat voor ons gezin werkt. Wat maakt ons en de kindjes blij, wat vinden we belangrijk en waarom doen we wat we doen? Het loslaten van ‘hoe het hoort’ maakt mijn leven in ieder geval een stuk minder saai!😉


woensdag 14 november 2018

Kledingadvies op maat en eindelijk weer een jurk aan...

Het is zondagochtend. Op de een of andere wonderlijke manier is zondagochtend altijd stress ochtend. Hoe vroeg we ook opstaan, het is altijd een grote uitdaging om redelijk op tijd ter kerk te verschijnen. Wat rondvragen leert me dat dit wonderlijke gegeven bij veel gezinnetjes herkenbaar is. Er gebeurt op zondag altijd wel wat. Bekers met inhoud over de grond, ruzies, kapotte borden, kledingstukken die op duistere wijze ineens zijn verdwenen en noem maar op. Laatst zat ik in de kerk met een peuter op schoot die een mega-plas deed. Oeps! Schone luier en nieuwe broek vergeten! Gelukkig was er een behulpzame collega-mama, maar toch... typisch gevalletje ‘zondagochtend’.
Maar... vandaag is het anders. Na een uiterst relaxte ochtend sta ik gedoucht en wel voor m’n kledingkast. Omdat het meeste wat ik nauwelijks droeg er inmiddels uit is, is mijn kledingkast eindelijk overzichtelijk en alleen gevuld met het noodzakelijke. Het helpt me om niet eindeloos te dralen en met kledingstukken te strooien. Gewoon een paar setjes en dat is het. Niet te lang over nadenken. 
Haast automatisch pak ik een blauw hemdje en net als ik het aan heb gaat de deur open en komt peuterzoon binnen. Gezien de hoeveel speelgoed die hij met zich mee zeult is hij niet van plan om snel weer te vertrekken. Prima. Kom erin jongen! En dan komt het... uit het niets! ‘Mama, hebbie die aan?!’ ‘Eh... ja, maar er komt nog een trui overeen hoor’, voeg ik er bij voorbaat al verontschuldigend aan toe. ‘Ik vinnie mooi!’ Oeps! Slik! Huh?! Heb ik hier ineens mijn eigen mini- stylist gevonden? 

Een paar dagen later. In de tram op weg naar de stad. 
Naast me hoor ik: ‘Hebbie die sjaal om, mama?’ Ik zet me schrap en zeg heel dapper: ‘Ja, mooi hè?’ Aandachtig bekijkt hij het exemplaar. ‘Hij is blauw’. ‘Ja, klopt!’ En dan komt het... ‘Waarom zitten die draden daar?’ ‘Dat zijn 
franjes, eh...voor de versiering’. ‘Ik vin lelijk...’ Dat gezegd 
hebbende draait hij zich weer naar het raam. En daar zit 
mama dan ‘mooi’ te wezen...

Sindsdien is zijn standaard commentaar wanneer ik gekleed en wel de kamer binnen stap: ‘waar hebbie die vandaan?’ Ik weet dat het een vraag is waarop geen antwoord hieft te volgen. Een aai over z’n bol en een kusje zijn op dit moment nog genoeg, gelukkig! 

We zitten te eten. Ik geniet ervan! Gulzig gaat een en ander naar binnen en tussen de bedrijven door vul ik een kindermond. Hup, hap erin, dan kunnen ze even geen lawaai 
maken! 
Het eten is op en hardop overleggen we of er nog een toetje moet komen vandaag. Ik ben helemaal ‘in the mood’ dus kom maar op met die zoetigheid! En dan prikt er een priemend vingertje in m’n buik. ‘Mama heb dikke buik, zit baby in!’ Oeps! Ik verzeker zoonlief dat er geen baby in zit en slik... geen toetje voor mij vandaag.

Als ik voldoende moed bij elkaar geraapt heb, peil ik op een avond voorzichtig de mening van m’n geliefde wederhelft. ‘Hey, zeg die sjaal hè...’ ‘Hm... wat? Die grote uit Peru bedoel je?’ ‘Ja, precies! Die kan best leuk bij m’n jas toch?’ 
Stilte... dat betekent weinig goeds en grote kans op een 
diplomatiek antwoord. ‘Eh... ja, hij is anders, maar ik heb het ondertussen wel geaccepteerd hoor’, voegt hij er vergoelijkend aan toe. Pfff! Nou ben ik kwaad! ‘Mannen...!’ Roep ik uit. Twee oprecht verbaasde ogen kijken me aan.
Ach, laat ook maar... mannen!

Is het allemaal echt zo erg? Natuurlijk niet! Met het opruimen en leeghalen van mijn kledingkast heb ik al afscheid genomen van veel kleren waar ik ooit nog in hoopte te passen. Ik geef het op. Weg ermee! Dag mooie broeken, strakke shirtjes en nette jasjes! ‘Als het maar lekker zit!’ Dat is het enige wat telt op dit moment. Hakken? De laatste keer was op onze bruiloft! Een gezellig rokje met 
mooie panty’s? Moet er niet aan denken met twee boys en een enthousiaste hond. Ach... het komt wel weer...
En ondertussen doen we het gewoon even met een lelijke sjaal en een raar blauw hemdje.

Inmiddels zijn we een paar dagen verder. Er is op straat weer naar me gezwaaid (door een dronken dakloze uit de buurt) maar toch! Ik ben er weer hoor! 

Ook heb ik een excuus gevonden om mezelf weer eens te buiten te gaan aan een nieuwe lading make-up. Heerlijk in de winkel proberen, smeren en veel teveel uitgeven. Het hele pakket zit inmiddels al een week in m’n tas...

Op een ochtend meld ik me rond 06.00 uur in de woooonkamer. Zoonlief is al wat meer uitgeslapen en roept verrukt uit: ‘mama heeft een jurk aan!’ Tegen zoveel lievigheid is zelfs mijn ochtendhumeur niet bestand en we dansen samen door de kamer. Met ongepoetste tanden en ongewassen haren zwier ik met ‘jurk’ en zoonlief in het 
rond, alsof het kamertje een ware balzaal is.. Op dit moment is mama de prinses en hij met recht mijn droomprins. Vijf minuten later worden we weer ingehaald door de realiteit en blijkt mijn jurk een oud nachthemdje te zijn omdat alle fatsoenlijke pyama’s de weg naar de wasmand al hadden gevonden. Eigenlijk ben ik meer asssepoester met ouwe sokken in plaats van een prinses met glazen muiltjes. 


Zucht. Er was iets met 30 toch? Hoe vaak hoorde ik vroeger ‘wacht maar tot je de 30 gepasseerd bent...’ Nou, 30 here I am! Kom maar op! 

En, oja, wat heeft dit met onze verhuizing naar Thailand te maken? Nou,  helemaal niks. Op dit moment is er wat dat betreft niet heel veel nieuws te melden, maar gelukkig, we beleven huis- tuin en keukenavonturen genoeg!!!


woensdag 7 november 2018

De klok verzetten...

Stijf hou ik mijn ogen gesloten. Ik ben druk bezig met het negeren van mijn dartelende dreumes. Het is 04.00(!) uur in de ochtend. Slaaptijd, denk ik. Dreumes denkt hier anders over en heeft geen boodschap aan de wijzers van de klok. Zijn innerlijke kompas geeft aan dat hij is uitgeslapen... Geduldig verdraag ik wat klappen op mijn hoofd, het knijpen en liefst bijten in mijn neus en het trekken aan mijn haar. Als het te erg wordt zoekt mijn hoofd de relatieve veiligheid onder het kussen, voor dreumeslief een aansporing om nog wat harder  te slaan... Goedemorgen! Ik denk dat we wakker zijn...

Een dag later. Andere strategie dit keer. Liefdevol en zorgzaam vind ik mezelf slaperig en zacht zingend terug in de keuken. 04.10 dit keer! Er is vooruitgang! Met een vrolijke dreumes op mijn arm warm ik een pannetje met melk en maak een ouderwets bordje pap. Dreumes geniet van de aandacht, van de pap en de warmte van de opgewarmde kamer en besluit dat dit een prima manier is om de dag te starten. Slapen? Welnee!

Dag drie. 03.30 uur. Dreumes meld zich. Het ritueel van gisteren is kennelijk zo goed bevallen dat hij besluit hier wel een half uurtje eerder voor op te willen staan... Nou, helaas dreumes... pech! Mama is het zat. Tijd voor strategie 3. Hoewel... strategie... ik ben geïrriteerd. Mag het? De hele wereld slaapt behalve dreumes en ik! ‘Het is slaaptijd’, snauw ik hem toe. Slapen! Slapen! Slapen! Als antwoord beweegt mijn dreumes zich als een octopus door het bed op zoek naar de ‘uitgang’. Over mama heen, door de spijlen van het hoofdeind door, over het hekje van het voeteneind... chagerijnigheid alom... Slapen? Welnee! 

Met een soort wrange voldoening hoor ik dat dagelijks in de kamer naast mij eenzelfde soort ritueel gaande is. Peuterzoon vind 04.00 uur tegenwoordig ook een prima tijd en papa is de klos. Het geeft een vreemd soort gevoel van lotgenotencontact. Gelukkig... ik ben niet de enige... (sorry papa;))

Inmiddels hebben we alles geprobeerd. We putten de kids overdag uit. We laten ze extra rennen, zoeken takken, blaadjes en stenen, gaan naar speeltuinen en organiseren atletiekwedstrijden in de woonkamer...We leggen de mannen in de middag op bed en sluipen als ninja’s door het huis, we leggen ze ‘s avonds een uurtje later op bed met alleen een heleboel chagerijnigheid als logisch gevolg. Niks zo ingewikkeld als vermoeide kindjes... Maar een uurtje langer slapen? Ho maar! 

Nu heb ik natuurlijk proefondervindelijk al lang geleerd dat (onze) kindjes niet te dwingen zijn. Ik kan ze sturen, aanmoedigen, afremmen of richting geven, maar dwingen? Mij nooit gelukt. Of het nou om slapen, eten, samen spelen, tandenpoetsen of beleefd gedag zeggen gaat, hoe harder ik ‘stuur’ hoe minder we bereiken. Dus ook nu... dwang is geen optie. 

Maar... we hebben de oplossing! Eindelijk! Even simpel als ingewikkeld. Wat is de gouden tip? Gewoon; geen probleem van maken! Go with the flow. Of, zoals manlief altijd zegt; ‘het komt zoals het komt en het gaat zoals het gaat’. En ja, dat is een waarheid waar geen speld tussen te krijgen is. We accepteren dat we onze kindjes wat kunnen sturen maar niet kunnen dwingen...

Dus, zoals met zoveel dingen, passen papa en mama zich aan.  We weten dat de kans groot is dat onze dag rond 04.00 uur begint, dus kijken we elkaar verschrikt aan wanneer we ‘s avonds om 21.00 uur nog op de bank zitten! Het is al middernacht! Vlug! Naar bed! 

Eerlijk is eerlijk; ik had mijn hoop gevestigd op een wijs besluit van onze regering over het afschaffen van zomer- en wintertijd. Teleurgesteld las ik dat de overheid het nemen van een besluit heeft uitgesteld en we voorlopig nog een poosje aan die klok blijven rommelen. Ik snap het niet. Wat is er nou zo moeilijk aan deze hele kwestie?! Hebben we niet voor hetere vuren gestaan? Wat zou ik graag zelf even naar het Binnenhof fietsen om een en ander scherp te stellen! Ok. Ik draaf door, ik weet het. Tot een paar jaar geleden kon het hele issue mij ook niets schelen. Nu ik kids heb is het verzetten van de klok een (z)waar project geworden... Zomertijd, wintertijd.. het maakt me niets uit, zolang we maar met onze handen van die klok afblijven! 

Ach... het hoort er allemaal bij. Het is een fase, het is een fase, het is een fase... Regelmatig gaat het als een soort mantra door m’n hoofd. En ondertussen maken we er gewoon het beste van, ook om 04.00 in de ochtend. Extra quality time met de kids! 

En tja, wat maak ik me verder ook druk... in Thailand verzetten we de klok nooit en is het om 19.00 pikkedonker. Helder. Duidelijk. Ik hou ervan!